Het landschap van Chili kent veel variatie. Noord-Chili wordt gedomineerd door het Andesgebergte aan de oostgrens, en het kustgebergte (Cordillera), met toppen tot 3000 meter hoogte, aan de Grote Oceaan. Tussen die twee ketens ligt een centrale laagvlakte, de Llano Intermedio of Valle Longitudinal. In het noorden van deze vallei liggen droge bergachtige woestijngebieden en grote zoutvlakten (salares). Bij Santiago begint de vruchtbare Centrale Vallei, die in de provincie Valdivia overgaat in een bosrijk merengebied. Ten zuiden van Puerto Montt strekt het Chileense deel van de Patagonische Steppes zich uit. Het westelijk deel van Vuurland hoort ook bij het grondgebied van Chili, evenals Paaseiland, de Juan-Fernández-eilanden, en een omvangrijk stuk van Antarctica, de Zuidpool.