Colombia kent tal van nationale en/of religieuze feesten. De belangrijkste nationale feestdag is op 20 juli, wanneer de onafhankelijkheid van Colombia wordt gevierd. Daarnaast zijn er zo'n 200 festivals per jaar, variërend van kleine lokale initiatieven tot meerdaagse internationale evenementen. Iedere stad, ieder dorp heeft zijn eigen feesten, meestal gelieerd aan een typisch product of gebruik uit die regio. Voorbeelden zijn de Feria de Cali: dit is het feest van het suikerriet en de stierengevechten en vindt altijd plaats in december rond Kerst; Feria de Manizales: feest van de koffie; Carnaval de Blancos y Negros Pasto: feest ter ere van de etnische verscheidenheid is altijd begin januari. Op een plein bekogelen de mensen elkaar met meel en waterballonnen en de Feria de las Flores: feest in Medellín ter ere van de bloemenproductie.

Carnaval in Colombia: Carnaval is een belangrijk feest dat vooral in Barranquilla uitbundig wordt gevierd. Een andere belangrijke feestdag is 24 juli, de geboortedag van Simón Bolívar. Deze Latijns-Amerikaanse vrijheidsstrijder die de Spanjaarden uit het noorden van Latijns-Amerika verdreef, werd in Caracas geboren. Over het gehele continent is Bolívar een held.

Religieuze feestdagen in Colombia: Colombia is een overwegend katholiek land. Pasen en Kerst nemen daarom een prominente plaats in. Tijdens de Semana Santa (de week voor Pasen) heeft bijna iedereen vakantie. Bussen, hotels en binnenlandse vluchten zijn dan volgeboekt en veel Colombianen vertrekken naar het strand. In dorpen en steden vinden processies plaats, waarbij vaak het lijdensverhaal van Jezus wordt nagespeeld. Popayán en Mompos staan bekend om hun Paasprocessies. Ook tussen Kerst en Nieuwjaar vinden daar processies plaats.